Per 1 januari 2012 kunnen erfdienstbaarheden van overpad door verjaring ontstaan
Let op: per 1 januari 2012 kunnen erfdienstbaarheden van overpad door verjaring ontstaan
De meeste mensen weten wel wat een overpad is, namelijk het gebruik maken van het perceel van de één om het perceel van de ander te bereiken. Ook u kunt hiermee te maken hebben, doordat u gebruik maakt van bijvoorbeeld een pad over het perceel van de buren of omdat er iemand gebruik maakt van uw grond om een achtergelegen perceel te bereiken.
De wet bepaalt dat een erfdienstbaarheid door middel van een notariële akte kan worden gevestigd danwel door verjaring kan ontstaan. Een veelgehoord misverstand is dat er wordt gedacht dat “omdat er al sinds mensenheugenis door de ander gebruik wordt gemaakt van het pad” er door verjaring een recht van overpad is ontstaan.
Wat de meeste mensen echter niet weten, is dat tot 1 januari 2012 erfdienstbaarheden van overpad nog niet door verjaring kunnen zijn ontstaan. Wanneer er geen recht van erfdienstbaarheid door een notariële akte is gevestigd, kan er mogelijk nog wat worden gedaan aan het gebruik van uw perceel door een ander.
Op 1 januari 2012 bestaat het huidige (nieuwe) burgerlijk wetboek 20 jaar. Uit dit wetboek is af te leiden dat wanneer er gedurende 20 jaren gebruik wordt gemaakt van een ongestoord bezit van een erfdienstbaarheid, een vordering door de eigenaar van het perceel tot beëindiging van dit bezit verjaart. Dit geldt ook voor de situatie dat de gebruiker weet dat er zonder toestemming van de eigenaar (en dus in feite onrechtmatig) gebruik wordt gemaakt van het perceel van de ander.
Onder het oude recht, van voor 1 januari 1992, was het niet mogelijk om een niet-voortdurende erfdienstbaarheid te bezitten. Een recht van overpad is niet voortdurend voor een buitenstaander waarneembaar, want men gaat er niet constant, de hele dag, overheen. Voor 1 januari 1992 is daarom de verjaringstermijn van 20 jaren nog niet ingegaan. Vanaf die datum is dit echter veranderd, want in het nieuwe burgerlijk wetboek is het bezit van een niet-voortdurende erfdienstbaarheid wel mogelijk.
Als er al vanaf 1 januari 1992 gebruik wordt gemaakt van het pad over andermans perceel, dan zou de verjaringstermijn op 1 januari 2012 wel eens kunnen verstrijken. Op die datum zullen er dan ook vele erfdienstbaarheden van overpad door verjaring ontstaan.
Als u dit wilt voorkomen, dan dient u tijdig, dus nog voor 1 januari 2012, aktie te ondernemen. U zult dan voor 1 januari 2012 een sommatiebrief aan de ander moeten toezenden en binnen 6 maanden daarna een procedure moeten opstarten, danwel voor Oud en Nieuw de mogelijkheid tot het gebruik van uw perceel door de ander permanent moeten verhinderen. Zeker als u deze laatste optie overweegt, is het overigens raadzaam om u eerst juridisch goed te laten informeren.
Gemeenschap van Goederen
Op 1 januari 2012 vindt er een belangrijke wetswijziging plaats. De regels omtrent de gemeenschap van goederen worden dan gedeeltelijk gewijzigd. Eén van de belangrijkste wijzigingen betreft het einde van de gemeenschap. Onder het huidige recht loopt de gemeenschap door totdat de echtscheidings-beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Onder de nieuwe regels eindigt de gemeenschap van goederen al op het moment dat de echtscheiding wordt aangevraagd bij de rechtbank. En dat is een goede ontwikkeling. Immers daarmee kunnen een hoop verdelingsproblemen tussen echtelieden, die in een echtscheidingscrisis verkeren, maar waarbij de echtscheiding nog niet van kracht is, worden voorkomen. Ook het verhaalsmogelijkheden van privéschulden van de ene echtgenoot op vermogen van de andere echtgenoot zijn dan beperkt.
Alimentatie
Wettelijke indexering
Ieder jaar wordt alimentatie van rechtswege verhoogd. Dit geldt niet alleen de alimentatie die door de Rechter is vastgesteld, maar ook de alimentatie die u bent overeen gekomen in een echtscheidingsconvenant. U dient hier zelf op toe te zien. Per 1 januari 2012 worden de verschuldigde alimentatiebedragen verhoogd met 1,3%. Daarnaast kan het zijn dat het alimentatiebedrag niet meer voldoet aan uw financiële behoefte of draagkracht, bijvoorbeeld omdat u meer/minder bent gaan verdienen of bent gaan samenwonen. In een dergelijk geval kunt u veelal om een wijziging verzoeken.